Draadloze bedieningen - De ontvanger van mijn slimme verlichting reageert niet op de Niko dimschakelaar.

1. Controleer of de schakelmodule correct in de brug geplaatst is. De pijl op een van de labels op de achterkant zou naar boven moeten wijzen.
   
   Dubbelcheck dat de centraalplaat op de dimschakelaar is gemonteerd. Wanneer alleen op de energiestrip (energy bow) wordt gedrukt, wordt deze actie niet herkend als een drukknopactie. Er moet ten minste één contact geactiveerd worden om een radiotelegram te verzenden.
   
2. Controleer de positie van de Niko dimschakelaar:
   1. De Niko dimschakelaar is enkel geschikt voor gebruik binnenshuis en in droge omgevingen. Vermijd vochtige ruimten of oppervlakken, aangezien water de radiogolven zal dempen.
   2. Kijk of je een directe zichtlijn hebt tussen de Niko dimschakelaar en de ontvanger. Als dat niet mogelijk is en er een of meerdere wanden zijn tussen de apparaten, zorg er dan voor dat de RF-signalen zo recht mogelijk door de wand(en) dringen.
   3. Houd rekening met zogenoemde "dode punten", grote objecten of metalen materialen, ook in wanden. Die dempen radiogolven.
   4. Plaats de dimschakelaar niet dicht bij de vloer of op dezelfde wand als de draadloze ontvanger.
   5. Kijk of er stoorzenders in de buurt zijn, ook als je een directe zichtlijn hebt. Blijf uit de buurt van interferentiebronnen als wifirouters, DECT-telefoons, magneten, ferromagnetische materialen, elektronische ballasten, enz.
      
      
3. Controleer of de ontvanger en de Niko dimschakelaar zich binnen het maximale radiobereik bevinden. Als dat niet zo is, verplaats de dimschakelaar dan, of configureer een mesh netwerk met je slimme ontvangers, of plaats een RF-repeater. Hoe test je het bereik?
   1. Voor systemen op basis van EnOcean® meet je de signaalsterkte (RSSI) met de testers Vicos Probare 10 of Vicos Probare 30.
   2. Voor systemen op basis van Bluetooth® kun je de signaalsterkte meten met een van de smartphone-apps van nRF.
   3. Voor systemen op basis van KNX® zou je de diagnosetool van de ETS-software moeten kunnen gebruiken.
   4. Als de ontvanger soms wel en soms niet werkt, bevinden de apparaten zich wellicht op de rand van het maximale radiobereik.
      
      
4. Zorg ervoor dat de Niko dimschakelaar en je slimme ontvanger correct met elkaar verbonden zijn. Ga desnoods terug naar de fabrieksinstellingen en doorloop het onboardingproces opnieuw.
   
   
5. Als niets van het voorgaande helpt, is de Niko dimschakelaar of de draadloze ontvanger mogelijk defect. Controleer dit met behulp van een referentie-apparaat naast het mogelijk defecte apparaat. Een referentie-apparaat is een dimschakelaar of een draadloze ontvanger die werkt.